SV | Gelijk gij niet weet, welke de weg des winds zij, [of] hoedanig de beenderen zijn in den buik van een zwangere [vrouw], alzo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt. |
WLC | כַּאֲשֶׁ֨ר אֵֽינְךָ֤ יֹודֵ֙עַ֙ מַה־דֶּ֣רֶךְ הָר֔וּחַ כַּעֲצָמִ֖ים בְּבֶ֣טֶן הַמְּלֵאָ֑ה כָּ֗כָה לֹ֤א תֵדַע֙ אֶת־מַעֲשֵׂ֣ה הָֽאֱלֹהִ֔ים אֲשֶׁ֥ר יַעֲשֶׂ֖ה אֶת־הַכֹּֽל׃ |
Trans. | ka’ăšer ’ênəḵā ywōḏē‘a mah-dereḵə hārûḥa ka‘ăṣāmîm bəḇeṭen hamməlē’â kāḵâ lō’ ṯēḏa‘ ’eṯ-ma‘ăśēh hā’ĕlōhîm ’ăšer ya‘ăśeh ’eṯ-hakōl: |
Gelijk gij niet weet, welke de weg des winds zij, [of] hoedanig de beenderen zijn in den buik van een zwangere [vrouw], alzo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Gelijk gij niet weet, welke de weg des winds zij, [of] hoedanig de beenderen zijn in den buik van een zwangere [vrouw], alzo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!